Tutorial: magische ring voor linkshandigen

In één van mijn vorige blogberichten zeg ik dat het 'om een heel eenvoudig haakwerkje' gaat. Vervolgens begin ik het patroon met ‘6 vasten in de magische ring’. Ik weet niet hoe het met jullie gesteld is, maar toen ik pas startte met haken, had ik geen flauw idee hoe die magische ring nu juist werkte…

Op zich geen probleem, want je vindt heel makkelijk goede tutorials om het in no time door te hebben. Maar ik ben linkshandig. Dat maakte het iets minder voor de hand liggend, hoewel ik een heel duidelijke fototutorial vond waar ik toch weg mee kon.

Ondertussen doe ik het met mijn ogen dicht. Het is echt helemaal niet moeilijk! Je moet alleen weten hoe. Vandaar dat ik bedacht: misschien moet ik zelf ook maar eens proberen zo’n tutorial te maken. Het resultaat zie je hieronder, zowel met foto’s als met een filmpje. Hopelijk help ik er op mijn beurt iemand mee die die magische ring maar iets vreemd mystieks vindt J.

magische ring voor linkshandigen
Neem je bolletje wol zo dat je de lange kant vasthoudt met je linkse hand en het eindje met je rechterhand.
Draai daarna met je linkerhand het lange eind rond je rechterwijsvinger van achter naar voor, dus eerst in de richting van je vingers, dan onder je wijsvinger en dan naar je duim.
Klem de kruising van de draden tussen wijsvinger en duim. Het korte eindje zit het dichtst bij jou, de draad waar je mee gaat haken zit het verst. 
Steek nu je haaknaald door het ringetje, maar boven de draad waar je mee gaat haken.
Pik de lange draad op met je haaknaald en trek hem door het ringetje, zodat je een lusje hebt.
Trek het lusje een beetje aan, zodat het ‘vast’ op je haaknaald zit. Sla nu je draad om je haaknaald en trek hem door het lusje op je haaknaald. Het ringetje zit tussen mijn duim en wijsvinger geklemd.
Nu heb je het ringetje (= de magische cirkel) ‘vastgezet’. Dat wil zeggen: als je het ringetje nu loslaat, valt het niet uit elkaar omdat de juist gemaakte steek het bij elkaar houdt. 
Nu kan je in de magische ring beginnen haken. Héél belangrijk is dat je ‘over’ de 2 draden haakt: het ringetje zelf en het korte eindje. Je haakt dus gewoon een vaste alsof je op een vorige rij haakt.
Op mijn foto’s haak ik 6 vasten, het gebruikelijke begin voor amigurumi’s. Je kan natuurlijk ook andere steken en andere aantallen haken. Let wel op dat je niet overdreven vast haakt, zeker niet in de eerste steek. Dan krijg je tweede toer onmogelijk gestart…
Trek nu aan het korte eindje. De steken ‘rollen zich op’ tot een cirkel. Dit is je volledige eerste toer.
Haak nu meteen de eerste vaste van de volgende toer op de eerste vaste van de eerste toer. Zo start je je spiraal.

Voor wie graag bewegende beelden ziet: hieronder een filmpje. En als je nog vragen hebt, reageer dan even op dit blogbericht of stuur me een mailtje. 



Reacties